8 | Laat aantreden
het blinde volk 1)dat [toch] over ogen beschikt doven, die [toch] oren hebben |
9 | [Nu] zijn alle naties samen bijeen
en verzameld alle volkeren. Wie onder hen (hun goden) zou er zoiets (tevoren) verkondigd hebben 2) zou ons [iets uit] het vroegere [gebeuren] te horen hebben gegeven? Laat ze hun getuigen leveren om hun recht [van spreken] te bewijzen zodat men het hoort en zegt: 'Het is waar'. |
10 | Jullie zijn mijn getuigen
- godsspraak van JHWH - mijn knecht die ik heb verkoren opdat jullie [mij] erkennen op mij vertrouwen en begrijpen dat ik het ben (die zoiets deed). Vóór mij werd er geen godheid gevormd en na mij zal er geen zijn. |
11 | Ik, ik ben JHWH
buiten mij is er geen bevrijder. |
12 | Ik ben het die het heeft verkondigd
die bevrijding bracht die het liet horen geen vreemde (godheid) onder jullie. Jullie zijn mijn getuigen - godsspraak van JHWH - en ik ben de godheid. |
13 | Ook van heden af aan ben ik het.
En er is er geen die ontrukt aan mijn hand. Ik ben aan het werk! Wie zou het keren? |